Algemene instructies voor zeegewenning van maritieme studenten, afdeling dek en machine

A. Studenten die in aanmerking komen

  1. Kandidaten in opleiding aan maritieme instituten van de Europese Unie, voor zover deze instituten en opleidingen door de nationale overheid zijn erkend en aanleiding geven tot diploma’s, brevetten of getuigschriften waarvan de gelijkwaardigheid in België door de bevoegde instantie wordt gewaarborgd.
  2. Afgestudeerden van het hoger secundair onderwijs die het bewijs leveren van inschrijving aan een maritiem instituut zoals hierboven vermeld.
  3. Om aangeworven te kunnen worden in het kader van de zeegewenning moeten de hierboven bedoelde studenten ingeschreven zijn op de Poollijst.

B. Maritieme gewenningsreizen die in aanmerking komen

  1. De in punt A vermelde studenten worden in dienst genomen volgens de vraag en de mogelijkheden aangeboden door de rederij.
  2. De in punt A vermelde studenten worden aangeworven in de hoedanigheid van kadet aan boord van schepen geëxploiteerd door een reder die ressorteert onder het Paritair comité nr. 316, en die voorkomen op een lijst van schepen die door de sociale partners van dit Paritair Comité ten behoeve van de zeegewenning werd goedgekeurd.

Maritieme gewenningsreizen als verplicht of facultatief onderdeel of module van een opleiding komen niet in aanmerking voor zeegewenning.

C. Formaliteiten en voorwaarden voor inschrijving in de Pool

Om op de Poollijst ingeschreven te kunnen worden, moet de kadet de volgende documenten kunnen voorleggen:

  1. het formulier voor inschrijving op de Poollijst. U moet het ingevuld en ondertekend terugbezorgen aan de Directie Zeevarenden van de RSZ voor aanvang van de reis;
  2. een recent uittreksel uit het strafregister ‘model 1’, aan de aanvraag toe te voegen;
  3. een bewijs van inschrijving aan een maritiem instituut zoals bedoeld onder punt A hierboven;
  4. een attest waaruit blijkt dat u voldoet aan de medische eisen om te varen als kadet, zoals bepaald in art. 102 van het KB van 20.07.1973 houdende het zeevaartinspectiereglement;
  5. een machtiging van uw ouders of voogd, als u op datum van de aanvraag voor inschrijving de volle leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebt;
  6. een ondertekende verklaring op erewoord dat u geen andere uitkering of vervangingsinkomen geniet bij een andere instelling, in het kader van een vormingsproject voor beroepsopleiding of om een andere reden;
  7. een schriftelijke verklaring tot keuze van een uitbetalingsinstelling voor de eventuele uitbetaling van de totale vergoeding voor een zeegewenningsreis; en
  8. een ingevulde overeenkomst tussen reder en kadet.

De kadet kan aanmonsteren gedurende het volledige kalenderjaar.

D. Vergoedingen en verzekeringen

  1. De kadet ontvangt een uitkering voor zeegewenning a rato van 6 vergoedbare dagen per week (zon- en feestdagen niet inbegrepen). De inschrijvings- en uitkeringsvoorwaarden worden beoordeeld op datum van ontvangst van een volledige aanvraag tot inschrijving.
    Onder vergoedbare dag wordt verstaan: een dag aan boord van het schip en/of een reisdag in het stelsel van de zesdagenweek. Reisdagen dienen gestaafd te worden met reisdocumenten.
  2. Het bedrag van de uitkering is datgene van toepassing tijdens de overeenkomstige periode vastgesteld in de categorie B1 van het KB van 9.4.65 betreffende de Pool van de zeevarenden ter koopvaardij. Het bedrag van de uitkering bedraagt 54,17 euro (vanaf 1/11/2023).
  3. Bovenop de uitkering in categorie B1 wordt er ten laste van het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij een welvaartstoeslag betaald. Het bedrag van de welvaartstoeslag bedraagt 8,62 euro (vanaf 1/11/2023). Iedere wijziging van dit bedrag tijdens de periode van zeegewenning wordt onmiddellijk door het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij aan de Directie Zeevarenden van de RSZ meegedeeld.
  4. Voor eventuele prestaties buiten de normale uren kan de reder een compensatie voorzien in de vorm van een geldelijke vergoeding bovenop de uitkering van de Directie Zeevarenden van de RSZ en de tussenkomst van het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij.
  5. De totale vergoeding voor een zeegewenningsreis zoals bepaald onder punt D3, D4 en D5 (uitkering RSZ + welvaartstoeslag Bedrijfsfonds Koopvaardij + compensatie reder), inclusief de reisdagen, mag niet hoger liggen dan gemiddeld 87,86 euro (vanaf 1/11/2023) per vergoedbare dag.
  6. De uitkering van de RSZ en de welvaartstoeslag van het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij worden uitbetaald via de uitbetalingsinstellingen bevoegd voor de uitkering van de wachtgelden.
  7. Onafhankelijk van de totale duur van de zeegewenningsreis (inclusief eventuele reisdagen) en onder voorbehoud van uitzonderlijke omstandigheden, is de totale vergoeding verbonden aan een zeegewenningreis (inclusief eventuele reisdagen) beperkt tot 50 vergoedbare dagen. Het beheerscomité van de zeevarenden bij de RSZ beoordeelt de ernst van uitzonderlijke omstandigheden en beslist over toekenning van supplementair vergoedbare dagen zonder de periode van de zeegewenningsreis te overschrijden.
  8. Over de gehele studieduur is het totaal aantal vergoedbare dagen beperkt tot 150.
  9. De reder betaalt de kosten van voeding en logies, alsook de eventuele reis- en/of repatriëringskosten.
  10. Voor de reisdagen en de dagen aan boord is de kadet verzekerd volgens de voorwaarden van de verzekering afgesloten door de reder waarbij de kadet de zeegewenningreis aanvat.

E. Rechten en plichten van de reder

  1. De kadet wordt boventallig ingescheept.
  2. De kadet mag overuren presteren, maar kan daartoe niet verplicht worden.
  3. De reder mag de kadet geen onderhoudswerken laten uitvoeren die het aantal werkuren van de scheepsgezellen zouden aantasten.
  4. De reder mag enkel kadetten inzetten voor zeegewenning aan boord van schepen die voorkomen op de door het Paritair Comité nr. 316 goedgekeurde lijst van schepen die in aanmerking werden genomen om kadetten aan boord te nemen.
  5. De reder betaalt de kosten van voeding en logies, alsook eventuele reis- en/of repatriëringskosten.
  6. De reder is verplicht een verzekeringspolis af te sluiten voor alle risico’s van toepassing op de deelnemers van de zeegewenningsreis, en dit voor de duur van de zeegewenningsreis, inclusief reisdagen.
  7. Tijdens de duur van de zeegewenningsreis, inclusief reisdagen, zal de reder instaan voor de medische kosten van de kadet.
  8. De reder stelt per kadet een attest op met het totale bedrag van de compensatie (= totaal van de vergoedingen en tegemoetkomingen van de reder), de aan- en afmonsteringsdata en eventuele reisdagen (gestaafd met reisdocumenten). Hij bezorgt dit uiterlijk 2 weken na afmonstering van de kadet aan de Directie Zeevarenden van de RSZ.
  9. De reder bezorgt de kadet op het einde van de zeegewenningsreis een certificate of service.
  10. De reder betaalt een solidariteitsbijdrage zoals vermeld in artikel 3, § 3secies van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeevarenden ter koopvaardij. De RSZ vestigt hiervoor een ambtshalve aangifte. Na ontvangst van deze aangifte beschikt de reder over 1 maand om de verschuldigde solidariteitsbijdrage te betalen. Bij gebrek aan betaling gelden de sancties die de wet oplegt voor de sociale zekerheidsbijdragen zoals bepaald in hogervermeld artikel.
  11. De reder zal op verzoek van de administratie van de Directie Zeevarenden van de RSZ alle inlichtingen verschaffen en documenten voorleggen die in het kader van de afhandeling van het dossier als relevant worden beschouwd.

F. Rechten en plichten van de kadet

  1. De kadet mag overuren presteren, maar kan daartoe niet verplicht worden.
  2. De kadet mag geen onderhoudswerken uitvoeren die het aantal werkuren van de scheepsgezellen zouden aantasten.
  3. De kadet zal alle inlichtingen verschaffen en documenten voorleggen die in het kader van de afhandeling van zijn dossier als relevant worden beschouwd.
  4. De kadet volgt de reisweg van en naar het schip, zoals die door de reder of zijn vertegenwoordiger wordt aangeduid.
  5. De kadet verbindt zich ertoe om na afmonstering het certificate of service en de eventuele reisdocumenten onmiddellijk over te maken aan de Directie Zeevarenden van de RSZ.

G. Formaliteiten om de totale vergoeding voor een zeegewenningsreis te kunnen behouden

  1. De student die aanmonstert tussen 15 juni en 30 september moet het academiejaar volgend op de zeegewenningsreis ingeschreven zijn aan een maritiem instituut zoals bepaald in A1.
  2. Als bewijs hiervan moet de student een bewijs van inschrijving overmaken aan de afdeling Zeevarenden van de RSZ.
  3. Studenten die niet aan beide bovenvermelde voorwaarden voldoen op 30 november van het kalenderjaar van de reis, moeten de totale vergoeding voor de zeegewenningsreis terugbetalen. Via een gemotiveerd schrijven aan de Directie Zeevarenden van de RSZ kan de student om uitstel verzoeken. Binnen de 10 werkdagen na ontvangst van dit verzoek zal de administratie van de dienst Zeevarenden van de RSZ een schriftelijke beslissing overmaken aan de student.