Uitzonderingen op beginsel vlag

1.1. Op grond van internationale verordeningen en verdragen

A. Voor de EU, met inbegrip van Noorwegen, Liechtenstein, IJsland en Zwitserland

Grondslag: EEG Verordening 1408/71 art. 14ter, 17EG Verordening 883/04 art. 11, 16

Zeevarenden tewerkgesteld op een zeeschip dat vaart onder de vlag van een lidstaat van de EU, met inbegrip van Noorwegen, Liechtenstein, IJsland en Zwitserland, die in België wonen en die uitbetaald worden door een onderneming of persoon die haar zetel of domicilie in België heeft, zijn onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid. De vaststelling van de toepasselijke wetgeving wordt aangetoond met het formulier A1.

Zeevarenden die onderworpen zijn aan de Belgische sociale zekerheid, en die gedetacheerd worden naar een schip varend onder de vlag van een lidstaat van de EU, blijven onderworpen aan het Belgische socialezekerheidsstelsel. De detachering kan maximaal 24 maand duren en de gedetacheerde zeevarende beschikt over een formulier A1 waaruit de toepasselijke wetgeving blijkt.

Zeevarenden die gedetacheerd worden naar een schip varend onder de vlag van Noorwegen, Liechtenstein, IJsland en Zwitserland kunnen dit voor de duur van een jaar (door middel van een formulier A1), verlengbaar met de duur van een jaar.

Voor detacheringen die langer dan 24 maand duren, moeten de bevoegde autoriteiten van twee of meer lidstaten een akkoord afsluiten.

Onlinedienst

Vraag een detachering/A1-formulier aan via Werken in het buitenland.

B. Voor andere staten waarmee België bilaterale akkoorden heeft afgesloten

België heeft met verschillende staten bilaterale akkoorden rond sociale zekerheid afgesloten waarin bepalingen zijn opgenomen in verband met de toepasselijke wetgeving.
  • Voor de akkoorden met Bosnië, Chili, Marokko, Turkije, Uruguay en de Verenigde Staten is de vlag bepalend voor het socialezekerheidsstelsel waaraan men onderworpen is.
  • Voor de verdragen met Australië, Filippijnen, India en Macedonië is de woonplaats van de werknemer bepalend voor het socialezekerheidsstelsel waaraan men onderworpen is.
  • Voor de verdragen met Canada, Quebec, Japan en Zuid-Korea is de vestiging van de werkgever bepalend voor het socialezekerheidsstelsel waaraan men onderworpen is.

Deze akkoorden voorzien meestal ook in de mogelijkheid om werknemers te detacheren.

Voor meer informatie over de inhoud van de bilaterale akkoorden, zie www.socialsecurity.be

1.2. Op grond van de Belgische wetgeving

Grondslag: B.W. 07/02/1945, art. 2bis, b

Zeevarenden verbonden door een arbeidsovereenkomst met een natuurlijke persoon of rechtspersoon die met winstoogmerk, door bemiddeling van een Belgische reder, zeevarenden tewerkstelt aan boord van schepen varend onder vreemde vlag (dus niet EU, Noorwegen, Liechtenstein, IJsland en Zwitserland of een ander land waarmee België een verdrag rond sociale zekerheid heeft afgesloten) worden onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid onder de volgende voorwaarden:

  • De tewerkstelling gebeurt via een Belgische bemiddelende rederij die tegenover de RSZ aan de socialezekerheidsverplichtingen voldoet.
  • De Belgische bemiddelende rederij dient een aanvraag tot onderwerping van deze schepen in bij het beheerscomité voor zeevarenden van de RSZ.
  • De zeevarenden die zullen aangeworven worden, moeten ingeschreven zijn op de Poollijst vermeld in artikel 1bis, 1° van de Besluitwet van 7 februari 1945. De zeevarenden mogen niet onderworpen zijn aan een buitenlands socialezekerheidsstelsel, in dit geval dat van de vlagstaat.
  • Het beheerscomité voor zeevarenden van de RSZ beslist over de aanvraag. Deze onderwerping kan toegestaan worden voor de termijn van maximum een jaar, maar is jaarlijks hernieuwbaar.

De Belgische bemiddelende reder wordt als reder beschouwd voor de betaling van de socialezekerheidsbijdragen aan de RSZ.